Gevoelig voor de sensorische kenmerken van eten

door | apr 1, 2024 | 0 Reacties

Ongeveer tachtig procent van de mensen met autisme eet zeer selectief en hanteert rigide eetpatronen. Dit komt vaak doordat zij moeite hebben met de sensorische kenmerken van eten. Niet zelden zorgen deze eetproblemen voor lichamelijke tekorten of treden er psychosociale problemen op en spreek je van de eetstoornis ARFID.

“We moeten wat meer leren accepteren dat mensen met autisme andere gewoontes rondom eten nodig hebben en nu eenmaal niet alles kunnen eten”

Dr. Jolanda (J.F) Wielemaker is klinisch psycholoog, psychotherapeut en hoofddocent GZ-opleidingen K&J. Ze is werkzaam op het gebied van eetstoornissen en autisme bij Emergis Eetstoornissen en legt uit hoe het kan dat veel mensen met autisme gevoelig zijn voor de sensorische kenmerken van eten.

“De reden van het ontstaan van deze eetproblemen is dat de prikkelverwerking van mensen met autisme anders verloopt dan dat van mensen zonder autisme”, legt Jolanda uit. “Je ziet eigenlijk bij alle zintuigen een over- of ondergevoeligheid optreden. Mensen met autisme kunnen op een bepaald gebied overgevoelig reageren, maar op andere gebieden juist niet. Zo kan iemand die ondergevoelig is voor harde geluiden, wel weer supersensitief reageren op een zacht geluid dat hem stoort. Of kan iemand die overgevoelig is voor geluid, tot rust komen door zelf harde geluiden te maken om de overprikkeling te stoppen. Dat maakt het zo complex; binnen de zintuigen worden dingen op verschillende manieren gefilterd.”

Overprikkeling

Jolanda ziet bij mensen met autisme vooral een overgevoeligheid op het gebied van eten. “Eten is voor hen ontzettend complex; tijdens het eten komen allerlei zintuigelijke prikkels samen en dat kan voor mensen met autisme als overprikkelend worden ervaren. Zo zie je dat sommige mensen met autisme het liefst alle kleuren op het bord gescheiden willen houden of een speciaal bord gebruiken, zodat verschillende etenswaren elkaar niet raken. Daarnaast kunnen geluiden overprikkelend zijn. Het smakken en de kauw- en slikgeluiden van tafelgenoten kunnen als zeer storend worden ervaren, waardoor zij niet meer kunnen eten of het liefst apart willen zitten tijdens het eten. Maar ook de geluiden van pannen, een afzuigkap of van buiten, kunnen zonder een goed functionerende filter hard binnenkomen”, weet Jolanda.

Daarnaast zorgt het eten zelf ook voor veel prikkels. “Zij kunnen veel moeite hebben met de structuur, geur, kleur, temperatuur en smaak van eten. Neem bijvoorbeeld een tomaat: hard van de buitenkant, maar als je een hap neemt explodeert hij als het ware in je mond en wordt het sappig en van een heel andere structuur. Vaak schrikken zij hier zo van dat zij dit niet snel nog een keer zullen eten. Ook weinig smaak proeven en overal sambal voor gebruiken of juist overweldigd worden door bijvoorbeeld een te sterke zoutsmaak, zie je bij hen terug. Om uiteenlopende redenen kunnen zij steeds meer producten gaan vermijden, zodat zij op den duur nog maar vijf á tien producten eten en door hun selectieve eetpatroon voedingsdeficiënties oplopen of ondergewicht ontwikkelen.”

“Deze eetproblemen ontstaan vaak op jonge leeftijd

“We zien deze eetproblemen vaak op jonge leeftijd ontstaan. Meestal treden de eerste problemen al op tijdens de overgang van borst- of flesvoeding naar vaste voeding. Vaak houden deze kinderen niet van eten met structuur en moet het eten lange tijd gepureerd worden of eten zij jarenlang baby groenten- en fruitpotjes. Regelmatig wordt er zo minimaal of selectief gegeten dat zij bij- of sondevoeding nodig hebben om op gewicht te kunnen blijven en gezond op te groeien, waardoor ook het proeven van verschillende producten niet meer geoefend wordt.”

Het komt ook voor dat mensen met autisme niet met de rest van het gezin aan tafel kunnen eten, maar een eigen plekje nodig hebben waar zij zonder extra prikkels kunnen eten. “Als eten desondanks nog steeds moeilijk is, adviseren wij om de aandacht van eten af te leiden, door bijvoorbeeld een filmpje te kijken tijdens het eten. Sociaal gezien niet correct en in de maatschappij soms niet geaccepteerd, maar soms wel noodzakelijk om erger te voorkomen. Tijdens het kijken van een filmpje worden de prikkels van het eten namelijk gedempt, waardoor ze minder sterk binnenkomen en het eten makkelijker zal gaan. Dit werkt niet bij iedereen, want er zijn mensen die hierdoor juist extra overprikkeld raken. Het is dus echt maatwerk.”

Selectief eetpatroon

Mensen met autisme willen vaak niet experimenteren met smaken. Wat zij niet kennen, eten zij niet; een nieuw product of smaak maakt hen angstig. “Hierdoor zien we regelmatig een zeer selectief eetpatroon ontstaan. Zo heb ik een cliënt die zes dagen in de week andijvie met spekjes eet. Ze kent dit eten, waardoor ze geen onverwachte prikkels krijgt te verwerken of onzeker hoeft te zijn. Ze weet precies welke smaak en structuur ze kan verwachten en dat geeft haar rust. Hierdoor voorkomt zij overprikkeling en heeft zij een manier gevonden om dit onder controle te houden. Eigenlijk houdt zij heel erg van eten en zou ze alles wel willen eten. Toch remt deze gedachte haar tegelijkertijd ook af, want wat gebeurt er als je alles zou eten wat je zou willen? Angst voor de gevolgen houdt haar tegen.”

Sensorische over- of ondergevoeligheid

“Sensorische overgevoeligheid kan zich ook uiten in buikpijn, iets wat we vaak terugzien bij mensen met autisme.” Zij reageren sterk op bepaalde voedingsstoffen en hebben vaak last van (gluten) allergieën en/of lactose-intolerantie. “Hun buik is gevoelig voor stress en spanning; als zij last hebben van overprikkeling, kan dit in hun buik gaan zitten.” Onderzoek heeft uitgewezen dat zestig tot tachtig procent van de mensen met autisme buikklachten heeft. “Dat kan obstipatie of spanning op de buik zijn, maar kan zich ook uiten in het hebben van een vol gevoel, terwijl er niet gegeten is”, weet Jolanda. “Ik denk dat dit een risicofactor is en invloed kan hebben op het ontstaan van ARFID. Zeker als het gaat om producten waar het lichaam overgevoelig op reageert. Het is begrijpelijk dat deze producten worden vermeden om vervelende gevolgen te voorkomen.”

Het niet voelen van honger en/of verzadiging is een onderdeel van sensorische ondergevoeligheid. “Dit heeft te maken met het niet goed kunnen filteren van prikkels. Het komt vaak voor dat deze mensen geen hongerprikkel ervaren. Van het tegenovergestelde kan echter ook sprake zijn; er zijn mensen die niet aanvoelen dat ze vol zitten en maar door blijven eten, tot zij bijvoorbeeld vanuit misselijkheid moeten braken of overgewicht ontstaat. Ook speelt soms ondergevoeligheid voor bepaalde prikkels mee en is er bijvoorbeeld totaal geen interesse in eten en vergeten ze het gewoon.” Toch vindt Jolanda dat de eetproblemen die tachtig procent van de mensen met autisme heeft, niet altijd onder de noemer ‘problemen’ hoeven te vallen. “Ik noem het liever ‘eetbijzonderheden’, want het leidt in veel gevallen niet tot ernstige problemen. We moeten wat meer leren accepteren dat mensen met autisme andere gewoontes rondom eten (nodig) hebben en nu eenmaal niet alles (kunnen) eten. Zolang dit geen gevolgen heeft op medisch en psychosociaal gebied, is er in principe niks aan de hand.”

Gebrek aan energie

Sommige cliënten geven aan dat zij aan het eind van de dag zo overprikkeld van hun werk of studie thuiskomen, dat ze geen energie of rust meer hebben om te eten. “Meestal lukt het hun overdag ook al niet om te eten, vanwege de overprikkeling die zij op school ervaren, dus het is belangrijk dat er ’s avonds wél gegeten wordt. Ik adviseer dan ook om eerst tot rust te komen en te ontprikkelen, voordat zij gaan eten. Dat kan zijn door een kwartier á twintig minuten in het donker op bed te gaan liggen, het liefst onder een verzwaringsdeken. Daarna komt er vaak wel ruimte voor de maaltijd en is hun brein niet meer zo erg overprikkeld. De balans vinden tussen prikkels en ontprikkelen is erg belangrijk en leert hen tegelijkertijd ook dat ze hier zelf controle over kunnen krijgen.”

“Het is belangrijk dat zij het zwart-witdenken rondom eten loslaten”

Jolanda geeft aan dat, wanneer zij mensen met autisme en ernstige eetproblemen poliklinisch zou behandelen, ze meer tijd nodig heeft dan de tijd die er momenteel staat voor een behandeling. “Ik zou eveneens gebruik maken van psychomotorische therapie (PMT), zodat de cliënt gaat begrijpen waarom hij zich voelt zoals hij zich voelt en waarom hij doet zoals hij doet. Door PMT leert de cliënt ervaringsgericht anders met situaties om te gaan en op een andere manier te reageren. Samen met een collega PMT, bieden we de cliënten met autisme zo’n ervaringsgerichte training aan. Andere cliënten ontvangen creatieve beeldende therapie en kunnen op deze manier overzicht creëren in hun chaos.”

Ze denkt dat, wanneer haar cliënten inzicht krijgen in hun (prikkelgevoelige) eetgedrag, zij daar meer ontspannen mee om kunnen gaan en meer open zullen staan voor de eetbehandeling. “Ik denk dat zij de signalen van hun lichaam hierdoor beter gaan begrijpen en leren interpreteren. Hierdoor leren ze beter met hun eetproblemen omgaan en komt er meer ruimte om bijvoorbeeld te leren proeven, nieuwe dingen uit te proberen en/of minder selectief te eten. Het is belangrijk dat zij het zwart-witdenken rondom eten loslaten. Ook uitleg -psycho-educatie noemen we dat- is erg belangrijk om duidelijk te maken wat de gevolgen of consequenties kunnen zijn, van hun manier van eten, op de langere termijn.” Jolanda heeft wel ervaren dat het maatwerk is. “Wat voor de ene cliënt werkt, kan bij de ander averechts werken.  Mijn advies aan collega`s is dan ook om, voordat de behandeling start, uit te vinden waardoor de eetproblemen zijn ontstaan en waarmee de cliënt het meest moeite heeft. Vanuit dat punt kan een passend behandelplan worden opgesteld.”

*Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk uit het boek ARFID te lijf. In dit boek kun je de tachtig gesprekken lezen die ik over ARFID had met ervaringsdeskundigen en gerenomeerde zorgprofessionals. Bekijk hier de inhoudsopgave van dit boek.

Lees ook:

Wil je meer informatie over ARFID? Sluit je dan gerust aan bij de besloten Facebookgroep van ARFID te lijf. In deze groep zitten zorgprofessionals, begeleiders, leerkrachten, patiënten en naasten.

Volg maandelijks de gratis Webinars van ARFID te lijf

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *